"Het voortdurend herstellen van de balans eist al mijn aandacht op en ik moet ervoor zorgen dat ik niet naar een van beide zijden val."
Qiangli Liang (Guangzhou, China, 1964) schildert voornamelijk stillevens in de traditie van de zeventiende eeuw. In het werk van Liang is zijn oosterse denkwijze nadrukkelijk aanwezig. De kunstenaar studeerde aan de Academie van Beeldende Kunsten in Guangzhou. De uiterlijke onbewogenheid, het denken in collectiviteit en het zoeken naar evenwicht zijn elementen uit de Chinese cultuur die de kunstenaar heeft behouden in zijn verder westerse schilderijen.
Op een egale ondergrond, meestal een tafelblad, zijn objecten uitgestald. Het zijn de voorwerpen die we in een klassiek stilleven vinden, zoals fruit, flessen, kruiken, schaaltjes, opgerold papier, een doos. De voorstelling is gecentreerd en bevat één of meerdere kleuraccenten. We kijken steeds schuin van bovenaf op het tafelblad. Het vlak waarop de objecten zijn uitgestald, is egaal van kleur, evenals de achterwand van de ruimte waarin het zich bevindt. De ruimte is verder niet gedefinieerd. Door de rustige, onopvallende kleuring van de vlakken vallen de voorwerpen des te meer op. Het zijn vrolijk groene peren, sensueel rode perziken, bloedrode uien of een helderblauw doosje, veelal afgebeeld naast een object met een contrasterende kleur. Liang beperkt het aantal kleuren per schilderij om een zekere soberheid te behouden. Het zijn niet zozeer de individuele objecten, maar de verhoudingen tussen de kleuren en vlakken die de compositie interessant maken.
Tegenover de evenwichtige, serene opbouw van de voorstelling staat de spanning tussen de kleuren. In die zin zijn de twee genres van deze kunstenaar in essentie niet verschillend van elkaar. Steeds gaat het om spanning-ontspanning, innerlijk-uiterlijk, onbewogenheid-bewogenheid, passiviteit-activiteit.
Liang gebruikt sobere bruinen en grijzen als achtergrond voor zijn stillevens. Deze worden snel en vrij grof met kwast of paletmes aangebracht. De schilder streeft naar spontaniteit in zijn werk en niet naar een fotorealistische weergave van de werkelijkheid. Zoveel mogelijk probeert hij in één keer delen van de voorstelling aan te brengen, ook als het gaat om de accenten; als hij tenminste direct tevreden is. De objecten in zijn stillevens schildert hij niet glad, zoals in een traditionele voorstelling, maar pasteus met een zichtbare penseelstreek. Daardoor krijgt het oppervlak van het doek een levendige uitstraling met grote, meer vlakke delen en kleinere elementen die dik geschilderd zijn. Op deze manier is Liang ook op zoek naar een evenwicht tussen rust en beweging, traagheid en snelheid.